Kanker is geen scheldwoord, het is een ziekte

Oktober is borstkankermaand. Wereldwijd wordt er op allerlei manieren aandacht gevraagd voor de ziekte. De moeder van Stijn (15) en Mirte (13) kreeg vlak voor de zomervakantie te horen dat ze het heeft. Stijn: ‘Ik geniet nu meer van kleine dingen, zoals samen met mijn moeder tv kijken.’

In het begin was Mirte verdrietig en bang voor haar toekomst: ‘Het duurde twee weken voordat we wisten of het erfelijk was. Ik vroeg me af of mijn zusje en ik ook grote kans zouden hebben op borstkanker. Gelukkig is dat niet zo.’
Stijn vertelde het slechte nieuws aan zijn vrienden. ‘Zij zijn er altijd voor me. Ze weten wanneer ik behoefte heb om te praten en wanneer juist niet. Bij mij op school wordt soms gescholden met kanker. Daar word ik agressief van. Kanker is geen scheldwoord, het is een ziekte.'

Kaal
Een paar weken na de eerste chemokuur, begon het haar van hun moeder uit te vallen. ‘Je weet dat het gaat gebeuren’, zegt Mirte, ‘maar toch schrik je van die plukken haar. Mijn moeder liet haar hoofd kaal scheren. In het begin had ze een muts of een petje op. Ik wilde haar kale hoofd nog niet zien. Toen ik het na een week zag, moest ik huilen. Nog steeds vind ik het moeilijk, vooral als we ergens naartoe gaan waar veel mensen zijn. Dan wil ik het liefst dat ze iets op haar hoofd doet. Niet dat ik me schaam, maar mensen kijken haar dan zo aan. Dat vind ik vervelend.’
Stijn: ‘Voor mij hoeft mijn moeder niet te verbergen dat ze kaal is. Zij kan er ook niks aan doen dat ze borstkanker heeft.’
Samen met hun jongere zusje Else verzorgen Stijn en Mirte hun moeder als ze ziek is van de chemo. ‘Ik breng een kopje thee of ik maak iets te eten voor haar en ik vraag of ik ergens mee kan helpen’, vertelt Mirte. Stijn helpt ook in het huishouden. ‘We hebben afgesproken dat we alle drie doen wat goed is voor mama.’

Afleiding
Stijn en Mirte zitten op hockey. ‘Ik probeer zoveel mogelijk op het hockeyveld te staan’, vertelt Stijn. ‘Dat is mijn uitlaatklep.’ Mirte kan tijdens het sporten ook alles geven. ‘Ik doe heel erg mijn best en voel me daarna vaak fijner.’
Praten over alles hoeft voor Mirte niet. ‘Daar word ik verdrietig van. Ik wil liever gewoon doorgaan.’ Toch besloot Mirte mee te werken aan dit interview. ‘Ik hoop dat andere kinderen er iets aan hebben.’
‘Op school denk ik er bijna nooit aan dat mama ziek is; daar heb ik afleiding. Ik doe mijn best voor school, zodat mijn ouders en ik trots kunnen zijn dat ik ondanks alles goede punten haal.’
Ook Stijn probeert hoge cijfers te halen. ‘Mijn moeder heeft nu wel andere dingen aan haar hoofd dan zich zorgen te maken over mijn school.’

Borstkanker is niet niks, vindt Stijn. ‘Het is zwaar, maar het zorgt ook voor een betere band in ons gezin; je probeert elkaar allemaal te steunen. Je moet ook gewoon lol blijven maken, anders hou je het niet vol.’ Mirte laat alles op haar afkomen. ‘Je kunt niet voorspellen wat er nog gaat gebeuren, maar ik denk dat het allemaal goed komt.’