Kinderen zijn totaal niet saai

Dagelijks gaat het wereldnieuws over kinderen. Maar zelden vertellen ze zelf hun verhaal. Daarom werd Tako Rietveld de eerste kindercorrespondent ter wereld. Als journalist laat hij kinderen hun verhaal vertellen. “Mijn toekomstdroom is dat ieder land zijn eigen kindercorrespondent krijgt.”

Tako Rietveld (37) ging naar de School voor Journalistiek en werkte meer dan tien jaar als verslaggever en presentator bij het Jeugdjournaal. “Mensen vroegen mij wanneer ik voor het echte journaal ging werken. Alsof dat een logische volgende stap was. Maar het Jeugdjournaal maken is veel moeilijker dan het grote-mensen-journaal! Je moet vertellen hoe iets precies in elkaar zit. Het interviewen van kinderen is ook moeilijker. Je moet hen goed uitleggen wat de bedoeling is van het interview. Met kinderen praten kost meer tijd en moeite.”

Stiekem steeds stoffiger
Kinderen hebben écht iets te vertellen. Dat weet Tako zeker. Ze hebben een frisse, creatieve blik en briljante ideeën. “Als ik volwassenen vraag wat ze aan hun lijf willen veranderen, komen ze met billen, benen, borsten of buik. Kinderen zeggen dan dat ze vleugels willen of een giraffennek. Kinderen zijn totaal niet saai! En volwassenen? Die worden stiekem steeds stoffiger.” Tako vervolgt: “Ik ben gehandicapt. Ik ben geboren met één lange en één korte arm. Kinderen vragen altijd direct hoe dat komt. Dat durven volwassenen niet. Zij zien ook alleen maar hoe onhandig het is. Kinderen zien mogelijkheden. Ze vragen bijvoorbeeld of ik er een robotarm aan kan zetten.”
Kinderen bedenken goede oplossingen. Toch luisteren volwassenen slecht naar kinderen en ze nemen hen niet serieus. Tako maakte daarom een plan om wereldwijd meer kinderen aan het woord te laten. “Wat denken kinderen bijvoorbeeld over Donald Trump? En over de klimaatconferentie? Helaas was er bij de NOS geen ruimte voor mijn plan. Daarom stopte ik bij het Jeugdjournaal en werd ik in 2015 kindercorrespondent. Bedrijven en organisaties roepen mijn hulp in om met kinderen te praten en te luisteren naar wat zíj belangrijk vinden.”
Tako schreef ook een boek over wat volwassenen kunnen leren van kinderen. Het heet: ‘Kinderen hebben nieuws’. In dit boek legt Tako uit hoe en waarom volwassenen met kinderen moeten praten.

Kindermanifest
Meer dan de helft van de bezoekers van de Bibliotheek bestaat uit kinderen. Kinderen willen graag meedenken en meepraten. Daarom deden de Bibliotheken een onderzoek onder 500 kinderen. Wat willen zij? Hoe zien zij de toekomst? De resultaten van dat onderzoek staan in het Kindermanifest. Tako: “Samen met twee kinderen hebben we het Kindermanifest aangeboden aan Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Er staat bijvoorbeeld in dat volwassenen beter naar kinderen moeten luisteren. Samen kunnen we zorgen voor een betere wereld.”
In het onderzoek gaat het ook over de Bibliotheek. Volgens Tako willen kinderen niet alleen maar boeken lenen bij de Bibliotheek. “Het is een plek waar ze op het internet zitten, waar ze rustig huiswerk maken of aan een werkstuk werken. Bibliotheken moeten een veilige plek zijn voor kinderen. Een plek waar ze graag komen. Er moeten dingen gebeuren in de Bibliotheek waar je bij wilt zijn. Leuke sprekers over de natuur bijvoorbeeld.”
Volwassenen denken trouwens dat kinderen tegenwoordig liever achter hun tablet zitten. Dat is een typisch vooroordeel van volwassenen. De meeste kinderen houden echt liever een boek in handen!”