Meester Bart luistert naar zijn leerlingen

Bart Ongering (1981) werd geboren in een familie van onderwijzers. Hij is docent Engels op een Amsterdamse vmbo-school met leerlingen van veel verschillende culturen. Ook schrijft hij columns over zijn werk en zijn leerlingen. Op Facebook heeft deze populaire meester ruim 170.000 volgers, op Twitter nog eens 23.000.

Waarom ben je docent geworden?
“Ik kom uit een echt onderwijsgeslacht, het zit in mijn genen. Op de mavo vond ik mijn docenten niet fijn, daarom wil ik nu zelf een goede docent zijn.”

Hoe ga je met je leerlingen om?
“We beginnen altijd in een kring. Door de gesprekken zien kinderen dat er onderling verschillen en gelijkenissen zijn. Ik probeer tussen de leerlingen les te geven, maar geef wel duidelijk mijn grenzen aan. Aan het begin van het schooljaar ben ik meestal wat strenger. Zodra de kinderen weten wat wel en niet kan, wordt het wat relaxter. De kinderen komen echt niet bij me op schoot, ook nodig ik ze niet uit op mijn verjaardag. Maar de afstand mag wat mij betreft best klein zijn. De sfeer is vriendschappelijk, we zijn gelijkwaardig. Het is belangrijk dat ze naar me luisteren, maar andersom is dat ook zo.”

Hoe haal jij het beste uit je leerlingen?
“De eerste weken van het schooljaar investeer ik in het leren kennen van de kinderen en bekijk ik wat hun onderwijsbehoefte is. Iedere leerling moet aan het eind van de dag het gevoel hebben dat hij/zijgezien is en in ieder geval iets geleerd heeft. Bij al mijn mentorleerlingen ga ik op huisbezoek. Ik vraag naar hun leven buiten de schoolmuren en zij vertellen mij het een en ander.”

Hoe geef jij leerlingen het gevoel dat ze er toe doen?
“Door altijd in hen te blijven geloven en dat ook uit te spreken. Vmbo-kinderen dragen de toekomst. Ze zijn eerlijk, mondig, oprecht, positief, hebben de ambitie om te klimmen en zijn niet vies van hard werken!”

Hoe motiveer je jouw leerlingen?
“Ik blijf zo dicht mogelijk bij hun belevingswereld. Ik maak persoonlijk contact en spreek mijn verwachtingen uit. Ik zat zelf op de mavo en heb uiteindelijk een hoop bereikt. Ook heb ik veel voorbeelden van oud-leerlingen die ver gekomen zijn. Die verhalen vertel ik graag aan mijn leerlingen. Wat ik vooral niet doe is straffen, leerlingen vaak de klas uitsturen, schreeuwen of onrechtvaardig zijn.”

Waarom vind je het belangrijk over jouw leerlingen te schrijven?
“Het vmbo staat niet altijd even positief in het nieuws. Ik wilop een optimistische en eerlijke manier een beeld geven van deze kinderen in Nederland, in wie ik volledig geloof.Mijn leerlingen vinden het leuk dat ik over ze schrijf in de krant en op sociale media.”

Las je als kind graag?
“Op de basisschool verslond ik boeken! Blauwe plekken van Anke de Vries was mijn lievelingsboek. Op de middelbare school werd ik niet gemotiveerd om nog naar de Bibliotheek te gaan. Ik besteedde mijn tijd liever met vrienden, sporten of achter de computer. Dat is later wel weer goed gekomen. Ik lees nu ongeveer twee boeken per maand.”

Was je lid van de Bibliotheek?
“Ja! Elke drie weken fietsten we op woensdagmiddag met mijn moeder naar de Bibliotheek om boeken te lenen.”

Vind je het belangrijk dat kinderen lezen?
“Ja, maar kinderen dwingen om te lezen is niet de goede manier. Niet alle kinderen groeien op met boeken, dat moet je respecteren. Ik lees af en toe voor uit een boek dat ik leuk vind voor mijn leerlingen. Ook vertel ik dat ik zelf zoveel mogelijk probeer te lezen.Er zijn kinderen die veel lezen, kinderen die soms lezen en kinderen die weinig lezen. Van alle kinderen houd ik evenveel.”