Respectquiz

Spreekkoren, zwartrijden, voordringen: het getuigt allemaal van weinig respect. Maar hoe zit het eigenlijk met jouw gedrag? Ben jij altijd beleefd en netjes? Houd jij je aan de regels? Test jezelf!

1. Jouw hond poept voor de deur van de buren. Wat doe je?
A. Lekker laten liggen. Ze weten toch niet van welke hond het is en zo aardig zijn die buren nou ook weer niet.
B. Ik probeer de hondendrol met een stok tussen de bosjes of in de goot te duwen.
C. Ik haal een schepje of plastic zakje uit mijn jaszak en ruim de drol netjes op.

2. Je staat in een lange rij bij de supermarkt, achter een bejaarde vrouw. Er gaat een extra kassa open. Wat doe jij?
A. Ik duw haar weg en ren naar de net geopende kassa. Zij heeft de rest van de dag toch niks te doen.
B. Ik geef haar de kans om ook naar die kassa te gaan, maar als ze niet opschiet heeft ze pech.
C. Ik blijf netjes achter die vrouw want zij was eerst.

3. Het is zaterdagochtend en je fietst naar de voetbalclub. Er is bijna niemand op straat. Het verkeerslicht staat op rood. Rijd je door?
A. Ja, duh! Tuurlijk! Ik haat verkeerslichten.
B. Ik kijk goed links en rechts en als er echt niks aankomt, steek ik snel over.
C. Ik wacht totdat het groen wordt. Verkeerslichten staan er niet voor niks.

4. Er rijdt een rouwstoet voorbij, maar jij was net op weg naar een vriend. Wacht je tot de stoet auto’s voorbij is?
A. Nee, ik sprint snel tussen twee auto’s door. Ik ken die mensen toch niet.
B. Ik loop de stoet tegemoet en ga er achterlangs.
C. Ja, ik wacht tot de stoet voorbij is. Het is toch iemands laatste afscheid.

5. Je vindt een portemonnee op straat met geld en pasjes. Wat nu?
A. Ik ben de eerlijke vinder, dus ik haal het geld eruit en gooi de portemonnee in de bosjes.
B. Ik haal het geld eruit en breng de portemonnee met de pasjes naar het politiebureau.
C. Ik breng alles naar de politie.

6. Op 4 mei is het Nationale Dodenherdenking in Nederland. Om 8 uur wordt twee minuten stilte gehouden. Doe jij hier ook aan mee?
A. Om 8 uur ’s ochtends lig ik nog in bed, dus natuurlijk ben ik dan stil.
B. Als ik eraan denk, ben ik wel stil. Maar ik vergeet het ook wel eens.
C. Ik zorg dat ik thuis ben en voor de televisie zit. Ik sta dan stil bij alle slachtoffers van oorlogen en vredesmissies.

7. Je zapt langs een videoclip van een gangsta-rapper met half ontklede vrouwen, guns en bling bling. Wat doe je?
A. Ik blijf kijken! Ik hou wel van lekkere bitches en coole gangsters.
B. Ik blijf kijken omdat ik het een goed nummer vind. Zo’n clip is niet echt en heeft geen invloed op mij.
C. Ik zap snel door naar een natuurfilm. Dit soort videoclips moet verboden worden. Jongeren krijgen zo een verkeerd beeld over vrouwen en geweld.

8. De leraar legt iets uit en jij zit er doorheen te kletsen. De leraar spreekt jou daarop aan. Wat antwoord jij?
A. Ik zit niet te praten! Hij zei wat! En je wijst naar je buurman.
B. Sorry, maar ik legde mijn buurman even uit waar het over gaat.
C. Dit zal nooit gebeuren want ik luister altijd als de leraar praat.

9. Je hebt per ongeluk een glas cola over het toetsenbord van je vaders laptop laten vallen. Hoe los je dit op?
A. Je ontkent en geeft iemand anders de schuld.
B. Je zegt dat je het niet gemerkt hebt, maar dat het best zou kunnen dat het jouw cola was.
C. Je gaat meteen naar je vader toe om sorry te zeggen en je zakgeld aan te bieden.

10. Je bent op vakantie en de batterij van je zaklamp is leeg. Er zijn geen inzamelpunten voor batterijen op de camping. Wat doe je?
A. Ik gooi de batterij vanuit mijn tent zo het meer van de camping in. Ziet toch niemand.
B. Ik doe de batterij bij het gewone afval.
C. Ik neem de batterij mee naar huis en lever hem in bij een inzamelpunt. Ik gebruik trouwens meestal oplaadbare batterijen.

11. Een Turks klasgenootje doet mee aan Ramadan (Islamitische vastenmaand), net nu jij jarig bent en zakjes chips trakteert. Hoe reageer je hierop?
A. Je lacht hem uit om zijn middeleeuwse gewoonten.
B. Je zegt dat hij het zelf maar moet weten en gaat door met uitdelen.
C. Je zegt: sorry daar had ik geen rekening mee gehouden en vraagt of hij een zakje mee naar huis wil nemen. Dan kan hij dat ’s avonds opeten.

12. Je hond staat bij de voordeur te janken. Hij moet echt heel nodig! Maar jij zit net lekker te gamen en je zit in een level dat je nog nooit hebt bereikt. Wat doe je?
A. Doorgaan! Mijn moeder komt vast zo thuis en het is haar hond.
B. Ik laat de hond even snel in de tuin plassen.
C. Ik zet de computer uit en ga de hond uitlaten.

13. Je wilt je kauwgom kwijt, maar bent net lekker buiten met je vrienden. Hoe los je dat op?
A. Ik spuug hem gewoon uit.
B. Ik zoek een prullenbak en gooi de kauwgom daarin.
C. Ik eet nooit kauwgom op straat, dat vind ik ordinair.

Heb je vaak A geantwoord? Tja, dan is het met jouw gedrag niet zo goed gesteld. Ga snel naar pagina 12 voor een lesje respect.
Heb je vaak B geantwoord? Een beetje onverschillig ben je wel. Ga terug naar de introductie op pagina 2 en lees nog eens waar het allemaal om draait bij de Dag van Respect.
Heb je vaak C geantwoord? Jeetje, dan gedraag jij je heel netjes, beleefd en volgens de regels. Heel goed hoor, maar je moet het niet overdrijven. Ga daarom naar pagina 15 voor een paar foute moppen!