Ben jij ook zo'n schaap?

Kuddegedrag heeft in onze maatschappij een negatieve bijklank; je moet vooral je eigen weg zoeken en zelf nadenken in plaats van je te laten leiden door wat de massa vindt en doet. Ondertussen vertonen we dat kuddegedrag allemaal wél in meer of mindere mate. Waarom zoeken we de veiligheid van de kudde op? En is die kudde eigenlijk wel zo veilig?

Ooit was ik op muziekfestival Lowlands toen ik om me heen overal ‘Theo’ hoorde roepen. Theo’s vrienden waren hem kwijtgeraakt en andere festivalgangers namen het geroep over. Binnen no time riepen tienduizenden festivalgangers eindeloos ‘Thééoo’! Tot diep in de nacht schalde ‘Theo’ over het festivalterrein en de campings. Ik vond het erg grappig en voelde me onderdeel van een groep mensen, die drie dagen lang feestvierde en lol maakte met elkaar. Waarom was dat een prettig gevoel? En waardoor ontstond dat kuddegedrag?

Bewust/onbewust
Volgens Henk de Vos, emeritus universitair hoofddocent sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, blijkt uit veel sociaalwetenschappelijke studies dat mensen makkelijk beïnvloed worden door wat anderen doen: ‘Mensen kiezen er dan bewust voor om zich aan te passen, zich te conformeren aan de groep.’

Naast dit bewuste kuddegedrag van mensen, bestaat er volgens De Vos ook onbewust kuddegedrag: ‘Als je gesprekspartner tegenover je zijn ene been over het andere legt, dan is de kans groot dat jij dat ook doet, zonder het te beseffen. Dit komt door spiegelneuronen in onze hersenen, die ervoor zorgen dat wij een handeling die we bij een ander waarnemen, in het motorische gebied van onze hersenen naspelen. Dat onbewuste imitatiegedrag is de bouwsteen van kuddegedrag. Mensen gedragen zich dus niet alleen bewust, maar ook onbewust als kuddedieren.’

Follow the leader
Ik heb de prachtige beelden nog voor ogen van de ruim honderd paarden die vast zaten op een ondergelopen weiland bij het Friese Marrum. Nadat de eerste reddingsactie was mislukt, kwam Friezin enpaardenliefhebber Micky Nijboer met een goed plan. Als de leidende merrie gevangen zou worden en naar het vaste land werd geleid, zouden de andere paarden waarschijnlijk volgen; paarden zijn tenslotte kuddedieren. De merrie hoefde niet eens gevangen te worden: de opgesloten kudde volgde zonder problemen de ingezette lokpaarden.

De mens kan zich ook uitstekend als een kudde gedragen. Ons hele land kleurt oranje tijdens belangrijke voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal. Iedereen volgt de laatste modetrends en koopt keer op keer de must-haves voor het nieuwe seizoen. Toen de kredietcrisis uitbrak,haalden mensen massaal hun spaargeld van de bank, waardoor de crisis alleen maar verergerde. En we bellen bijna allemaal met een iPhone, ik ook.

Sociale overleving
Blijkbaar is het een fijn gevoel om in een groep te horen en te doen wat de buurman doet. Een zingend oranje-legioen zorgt voor saamhorigheid en een prettig ‘wij-gevoel’. Veel tienermeisjes dragen Uggs en skinny jeans, terwijl de jongens hun broek zo ver laten zakken dat de rand van hun merk-boxershort duidelijk te zien is. Het geeft een veilig gevoel om de populaire trends te volgen en erbij te horen.
Hoe komt het dat de mens geneigd is zich bij gelijkgestemden aan te sluiten? Volgens Martine Delfos, biopsycholoog, wetenschappelijk onderzoeker, therapeut en docent, heeft dat te maken met de kwetsbaarheid waarin wij geboren worden. ‘De mens blijft na de geboorte langer kwetsbaar dan welke diersoort dan ook: onze hersenen doen er zelfs 27 jaar over om te rijpen.Door die langdurige kwetsbaarheid zoeken mensen bescherming en veiligheid bij elkaar. We zijn bang voor afwijzing door de groep.’
‘Onze behoefte aan veiligheid en geborgenheid komt voort uit ons hechtingssysteem, dat wij met alle andere zoogdieren gemeen hebben’, aldus Henk de Vos. ‘Evolutionair gezien zijn we geneigd om ons te hechten aan de moeder of andere bronnen van zorg. Als adolescent en volwassene zoeken we nieuwe bronnen van veiligheid en geborgenheid: een partner, familie, een vriendenkring of grotere groepen.’
Als tegenreactie op de populaire en dure merk-boxershorts,kwam Zeeman overigens een paar jaar geleden met een goedkoop alternatief. De knalgele boxershort had een blauwe rand met daarop Zeeman in plaats van Bjorn Borg of Calvin Klein. Er ontstond een ware hype en wegens groot succes was de hippe Zeeman-boxershort al snel niet meer te verkrijgen. Ook de minder trendgevoelige mensen die een anti-fashionstatement wilden maken, hadden dus de neiging zich bij een groep aan te sluiten.

Tijdens de jaarlijkse grote migratie in Oost-Afrika gaan meer dan een miljoen gnoes en duizenden zebra’s en gazelles op zoek naar voedselrijke gebieden. Ook wanneer de dieren een gevaarlijke rivier moeten oversteken,volgt de massa de moedige koplopers die de leiding nemen. Waarom? Omdat de kudde bescherming biedt tegen roofdieren die op zoek zijn naar een prooi. De zwakste dieren, die buiten de kudde terechtkomen, zijn ten dode opgeschreven.
Kuddegedrag van mensen heeft niet zozeer te maken met die letterlijke overlevingsdrang en bescherming tegen de dood, maar meer met sociale overleving. Als je een totaal andere beslissing neemt dan de groep, loop je het risico uit die groep verstoten te worden. Dat voelt voor veel mensen onveilig en daarom is het fijner om je aan te passen.
Henk de Vos: ‘Mensen kunnen zelfs bezwijken onder grote sociale druk: ze zeggen dan iets waarvan ze weten dat het niet klopt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit beroemde experimenten naar conformiteit van de Amerikaanse psycholoog Solomon Asch.’
Bij deze experimenten moesten proefpersonen aangeven welke van vier overduidelijk verschillende lijnen even lang waren. Een aantal acteurs gaf hardop een verkeerd antwoord. Vervolgens gaven ook veelproefpersonen het foute antwoord. Mensen volgden dus de groep in plaats van hun eigen verstand, omdat ze niet de indruk wilden wekken anders te zijn.

De macht van de kudde
Mensen vertonen conformerend gedrag omdat ze zich veilig en geborgen willen voelen. Maar hoe veilig is het om de kudde te volgen en erbij te horen? ‘De kudde biedt in principe bescherming’, zegt Delfos, ‘maarde groepsdruk kan ook negatief uitpakken. Mensen doen dan dingen die zij als individu nooit zouden doen. Tegenwoordig ontstaat vooral door gebruik van sociale media regelmatig ongewenst kuddegedrag. De rellen in Londen laten zien hoezeer dat uit de hand kan lopen.’
Twitter, Facebook en pingen speelden inderdaad een grote rol bij het ontstaan en aanwakkeren van de ongeregeldheden.Relschoppers riepen elkaar razendsnel op om op bepaalde locaties in de stad te verzamelen en de orde te verstoren. Overigens werden dezelfde sociale mediasuccesvol gebruikt om inwoners van de stad op te roepen de rommel in de straten van Londen weer op te ruimen.
Ook in Nederland ontstond onlangs ongewenst kuddegedrag, aangewakkerd via Facebook en Twitter: in Haren verzamelden zich duizenden jongeren op het uit de hand gelopen verjaardagsfeest van Merthe. Haaruitnodiging kwam per ongeluk via Facebook bij tienduizenden mensen terecht. E rvielen gewonden en de ravage in het dorp was enorm. Net als in Londen werd ook hier de volgende dag via Twitter en Facebook opgeroepen om te komen opruimen. In plaats van alcohol namen mensen bezems en vuilniszakken mee.

De kudde kan ook een verkeerde beslissing nemen waardoor onnodig gevaar ontstaat. Het incident met de damschreeuwer is daar een goed voorbeeld van. De ongepaste schreeuw tijdens Dodenherdenking was op zich niet gevaarlijk, maar de reactie van de massa wel: mensen raakten in paniek, renden weg, gilden en struikelden over elkaar heen, waardoor verschillende gewonden vielen. De kudde werd opeens een kolkend gevaar.
Ook De Vos wijst op de gevaren: ‘De kudde kan veilig zijn, maar ook heel gruwelijk. Wanneer we bijvoorbeeld narcistische“rattenvangers” achterna lopen met vervelende obsessies zoals antisemitisme. En dat doen we dan zo onbewust dat we naderhand niet kunnen navertellen waarom en hoe we dat deden. Albert Speer, een van de vertrouwelingen van Adolf Hitler,die wel werd beschouwd als een “nette nazi”, kon achteraf niet uitleggen waarom hij loyaal bleef aan een regime dat zulke gruwelijkheden toeliet. We hebben blijkbaar wel ideeën over goed en kwaad, maar doordat we onbewust zo beïnvloedbaar zijn,werken die zelden als een absoluut moreel kompas.’

Aanleg en omgeving
Niet iedereen loopt overigens even hard achter de kudde aan. Delfos zegt hierover: ‘Wanneer je veel veiligheid nodig hebt en erg bang bent voor afwijzing, ben je geneigd meer kuddegedrag te vertonen. Dat is eerder een karaktertrek dan een keuze. Maar daarnaast speelt ook de omgeving een rol: in tijden van oorlog – een onveilige situatie – ontstaat bijvoorbeeld meer kuddegedrag.’
Volgens Henk de Vos geldt: ‘Hoe meer veiligheid en geborgenheid mensen zoeken, hoe meer ze geneigd zijn zich te conformeren.Vooral voor adolescenten kan gelden dat ze nog niet het gevoel hebben ergens bij te horen. Zij zijn dan ook erg beïnvloedbaar door de groep of jeugdsubcultuur waar ze bij willen horen. Naarmate je ouder wordt, leer je jezelf beter kennen. Wanneer je je een paar keer sterk hebt laten beïnvloeden en het vermogen hebt om dat eerlijk onder ogen te zien, leer je om bewuster te kiezen of je meeloopt met de kudde of niet.’
Op de middelbare school noemde mijn gymleraar mij een einzelgänger omdat ik weigerde in het schooltenue te sporten: ik wilde er niet uitzien als iedereen. Een paar jaar later was de groepsdruk van mijn vrienden zo groot, dat ik net als zij ging roken. Volgens Martine Delfos leren kinderen aan het eind van de basisschool de principes van de kudde kennen: ‘Kinderenvragen zich af wat gewenst gedrag is en gaan de kudde volgen. Tijdens de puberteit wordt de kudde ter discussie gesteld. Maar omdat het ook eng is om je aan de kudde te onttrekken, maken pubers hun eigen groepen, zodat ze zich toch veilig en geborgen voelen.’

Nederlanders hebben de neiging te denken dat ze geen kuddedieren zijn. De Vos zegt hierover: ‘We komen graag sterk en krachtig over en zien onszelf daarom liever als onafhankelijke individuen. Maar in praktijk blijkt dat we die onafhankelijkheid sterk overschatten. We zijn veel “zwakker” dan we onder ogen willen zien en veel beïnvloedbaarder dan we zouden willen. Robert Cialdini, emeritus hoogleraar psychologie en marketing aan de Arizona State University, deed samen met collega’s onderzoek naar de overwegingen van proefpersonen om energie te besparen. Mensen noemden vooral zakelijke argumenten, zoals geld besparen, een bijdrage leveren aan het milieu en iets goeds doen voor volgende generaties. Hoeveel andere mensen energie besparen, werd niet genoemd als overweging. Vervolgens bleek echter uit het feitelijke besparingsgedrag dat juist informatie over het gedrag van anderen de grootste invloed had.’
‘West-Europeanen en Noord-Amerikanen zien zichzelf vaker als onafhankelijk en individualistisch dan bijvoorbeeld Zuidoost-Aziaten,die zichzelf meer zien als onderdeel van de gemeenschap’, aldus De Vos. ‘Maar“wij” vertonen minstens evenveel kuddegedrag.’
‘Nederlanders zeggen dat ze geen kuddedieren zijn’, beaamt Martine Delfos, ‘maar we gedragen ons wel als kuddedieren. Kijk naar ons verkiezingsgedrag: de kudde vliegt van de een naar de ander. Mensen lijken voor de winnaar te kiezen omdat die bewijst de leider te kunnen zijn en daardoor veiligheid suggereert. Bij een impopulaire keuze zijn we bang om buitengesloten te worden.’
‘Verreweg de meeste kiezers’, zegt Henk de Vos, ‘zijn te slecht geïnformeerd om weloverwogen te stemmen. Dat weten ze ook van zichzelf. Ze beschouwen het gedrag van anderen als informatie over wat het beste is om te doen. Soms bewust, maar vaak ook onbewust.’

Schaap of eenling?
In haar praktijk komt Martine Delfos regelmatig mensen tegen die problemen hebben met kuddegedrag: ‘Er zijn mensen die erbij willen horen, maar niet kunnen. Dat zijn de eenlingen. Maar er zijn ook mensen die meelopen met de kudde, maar dat liever niet zouden doen; dat zijn angstige mensen, die bang zijn afgewezen te worden. Ik denk dat je het beste jezelf kunt zijn, of je nou een schaap of een eenling bent.’
‘Je hebt maar beperkt invloed op de mate waarin je de kudde volgt’, zegt Henk de Vos, ‘kuddegedrag zit gewoon in ieder mens. Wel is het goed om inzicht te verwerven in je beïnvloedbaarheid, zodat je het juiste midden vindt naarmate je ouder wordt. Daar kun je een heel leven mee bezig zijn.’

En ik? Heb ik het juiste midden al gevonden? Ik zie mezelf als een uniek, zelfstandig, onafhankelijk individu. Maar ik ben ook Nederlander,dus waarschijnlijk ben ik meer kuddedier dan ik denk.
Jaren nadat Theo door zijn vrienden op Lowlands allang weer was teruggevonden, liep ik op Rosrock, een klein festival in de Betuwe. Ineens hoorde ik het weer: ‘Thééoo’! Natuurlijk riep ik gewoon mee!

Ik heb geprobeerd om mainstream te worden

Joaney (42), tassen- en schoenenontwerper: ‘Ik ben meer een eenling; ik ben altijd heel nieuwsgierig geweest en wilde alles zelf meemaken en mijn eigen mening vormen. Als kind al had ik een honger naar‘anders’ en ‘nieuw’. Omdat mijn moeder veel kleding zelf maakte en we ook veel tweedehandskleren droegen, was mijn kledingstijl anders dan die van mijn klasgenoten.Op de middelbare school heb ik een half jaar geprobeerd om ‘mainstream’ te worden, net als de rest, maar het lukte gewoon niet. Ik had te weinig geld om de juiste trendy kleding te kopen, waardoor ik vanzelf creatief werd: ik kocht tweedehands kleding waarmee ik nieuwe dingen maakte. Later heb ik een korte periode een vaste baan gehad, maar ook dat was niks voor mij. De uitdaging zit voor mij in beweging: ik moet iets met mijn handen creëren, mijn lijf moet bewegen. In mijn werk als ontwerper heb ik een eigen onderscheidend handschrift ontwikkeld. Dat is veel leuker en creatiever dan de mode te volgen en te kopiëren. Onbewust is er natuurlijk altijd sprake van kruisbestuiving, maar je moet je eigen ding durven doen.’

Ik hing in de hekken!

Margriet (42), HRM adviseur: ‘Ik kan heel eigenwijs zijn, maar vind het niet erg om soms de kudde te volgen. Ik bezoek alle thuiswedstrijden van PSV. Je zit dan met 32.000 man in het stadion en gaat allemaal voor hetzelfde. Wanneer de spelers het veld opkomen, wordt het clublied gezongen. Het hele stadion zingt mee, dat is prachtig. Die eensgezindheid maakt ook machtig; je kunt daadwerkelijk invloed uitoefenen op de wedstrijd door met dat legioen achter jouw team te staan. Die macht geeft een kick. De supportersvereniging organiseert vaak sfeeracties; dan krijgt iedereen bijvoorbeeld een vlag. Ik denk dat 95 procent van de mensen mee doet aan die sfeeracties. Aan spreekkoren of uitschelden van de tegenpartij doe ik niet mee. Eén keer ben ik weggegaan bij een wedstrijd omdat er gevochten werd;toen voelde ik me onveilig. Ik wil zingen, juichen en roepen, maar vechten gaat me echt te ver. Toch merk ik dat ik door de groep soms heftiger reageer: ik ben een keer zo fanatiek geworden dat ik in de hekken hing! Dat een groep dat met jou kan doen, vind ik heel intrigerend.’