Esthers column: Ik zeg nee

Bijna zes jaar ga ik nu door het leven als een amazone, met één borst. Toen ik net te horen had gekregen dat ik borstkanker had, riep ik: ‘Al halen ze allebei mijn borsten eraf, als ik het maar overleef!’ Een directe reconstructie was niet mogelijk, maar daar had ik ook geen enkele behoefte aan. Eén borst, kaal worden; het was in die periode maar bijzaak.
Toch dacht ik het afgelopen jaar dat ik blij zou worden van weer een compleet lijf. Geen inwendige prothese, maar een warme, zachte borst van lichaamseigen weefsel. Bijkomend voordeel zou kunnen zijn dat ik wellicht na de operatie minder last krijg van lymfoedeem en ook mijn buik kwijtraak; een win-winsituatie! Zodra ik echter denk aan ziekenhuisopname, langdurige narcose, een ingewikkelde operatie, drains en wondvochtpuncties, slaat de twijfel toe. Mijn oncoloog raadt me aan met een plastisch chirurg te praten om erachter te komen wat de mogelijkheden zijn. Ik doe er een half jaar over om een afspraak te maken en verzet die afspraak vervolgens drie keer. Blijkbaar ben ik er nog niet aan toe.
Maar uiteindelijk zit ik toch bij de plastisch chirurg, die me uitgebreid vertelt dat de buikmethode een zware operatie is, waarvoor ik enorm gemotiveerd moet zijn. We hebben het over oprekken van bestraalde huid, de kans dat weefsel afsterft, extra operaties om symmetrie te bereiken en een lappendeken aan littekens. Mijn hemel waar begin ik aan?
De arts vraagt uiteindelijk of hij me op de wachtlijst zal zetten. Dan kan ik over twee jaar, wanneer ik aan de beurt ben, besluiten of ik wil. Maar ik wil hier niet langer over nadenken. Ik wil het mijn lijf, dat al zoveel heeft doorstaan, niet aandoen. En dus zeg ik nee. Heerlijk, die rust in mijn hoofd.