Uit iedereen die ik ken, koos Allah mij om dit te doorstaan

Voordat ze op haar 13e naar Utrecht verhuisde, woonde Saida (43) op het platteland van Marokko. Inmiddels heeft ze met haar man Aziz vijf kinderen (4 tot 18 jaar). Toen ze twee jaar geleden de diagnose borstkanker kreeg was er geen schaamte, maar trots: ‘Ik voelde me bijzonder omdat Allah mij eruit pikte om dit te doorstaan.’

‘Ik had al maanden het gevoel dat er iets ergs ging gebeuren’, vertelt Saida. ‘Ik ben baliemedewerker in het Sint Antoniusziekenhuis en las op mijn werk een artikel over een Marokkaanse vrouw die borstkanker kreeg. Ze heette net als ik Saida en had ook een dochter van 16... Later kregen drie buurvrouwen borstkanker. Ik dacht: als zij het krijgen dan krijg ik het vast ook.’

Nachtmerrie
Saida had verschillende keren dezelfde nachtmerrie. ‘We zitten met ons gezin in de auto op weg naar Marokko. Het is grijs en grauw buiten, en de weg zit vol hobbels en kuilen. Overal is zand, modder en klei. We moeten de auto duwen, maar het helpt niet; we komen nooit in Marokko aan.’
Saida zat om de haverklap bij de huisarts. ‘Ik maakte me zorgen en wist zeker dat er iets mis was met mij, maar ik kon het niet vinden. De huisarts stuurde me keer op keer weg. Op een ochtend onder de douche voelde ik eindelijk een knobbeltje in mijn borst. Ik riep naar mijn man: “Ik heb hem!” Ik wist zeker dat dit borstkanker was. De huisarts wilde even afwachten; misschien was het een opgezette klier. “Komt borstkanker in jouw familie voor?” vroeg ze. Ik zei: “Nee, maar wel in de straat.”

Fijne droom
Saida kreeg gelijk. De uitslag was een bevestiging van wat ze al maanden voelde aankomen. ‘Mijn man moest vreselijk huilen toen ik hem belde. Ik zei dat hij moest ophouden, ik wist nu eindelijk wat er aan de hand was en kon er wat aan gaan doen.’
Die nare nachtmerrie is niet meer teruggekomen. Wel kreeg Saida een andere droom. ‘Ik werd in Marokko achterna gezeten door een man met een bivakmuts en een machinegeweer. Ik verschanste me in een onbekend huis, vluchtte de tuin in waar zeven potten met planten stonden, van groot naar klein. Ik keek naar de planten en rende de tuin uit. Er stonden mensen te klappen en mij aan te moedigen. Ook was er een oude man met een kan helder water. Ik had geen tijd om te drinken, ik moest verder. Hij gooide het water achter me op de grond. Bij een prachtig wit-blauw huisje dronk ik eindelijk schoon water. Ik werd hijgend wakker en mijn man vroeg of ik gedroomd had. Ik zei: “Ja, maar het was een fijne droom.” Vanaf dat moment heb ik nooit meer getwijfeld over de goede afloop.’

Openheid
‘Ik heb een hechte band met mijn ouders, die drie straten verderop wonen. Mijn moeder voelde dat er wat aan de hand was. De eerste drie weken zei ik dat ik een goedaardig knobbeltje had. Ik wilde wachten op mijn behandelplan en de uitslag van het erfelijkheidsonderzoek. Toen duidelijk was dat ik chemo zou krijgen, moest ik het wel vertellen.’
Saida praatte na die eerste weken heel open met iedereen over borstkanker, ook met haar kinderen. ‘Ik zei: “Het komt goed, net als bij onze buurvrouwen. Maken jullie je over mij geen zorgen, maar blijf je best doen op school.”’

Wereldnieuws
In de Marokkaanse cultuur is het wereldnieuws als iemand kanker heeft, al snel weet iedereen het. ‘In onze cultuur wordt kanker gekoppeld aan dood’, zegt Saida. ‘Er wordt niet over gesproken, zeker niet als je jonge kinderen hebt. Dan heb je genoeg aan je hoofd. Wel komt iedereen onaangekondigd op bezoek met lekker eten en cadeaus. Mijn huis stond maandenlang vol bloemen en kaarten. Elke dag kwamen er vrienden, familie of collega’s. Ook mensen die je nauwelijks kent, brengen eten als je ernstig ziek bent. Soms werden mijn man en ik er wel moe van; we waren nooit meer samen. Maar eenzaam heb ik me niet gevoeld.’

Behandelingen
Vanaf de diagnose leek het voor Saida alsof het over iemand anders ging. ‘Ik kreeg chemotherapie, immunotherapie, een borstsparende operatie en zestien bestralingen. Ik reageerde goed op de chemo, mijn tumor verdween helemaal! Ik vond het voor mijn kinderen belangrijk dat ik niet kaal werd en koos daarom voor een cold cap. Mijn haar werd wel iets dunner, maar viel niet uit. Van de chemo was ik behoorlijk moe en misselijk, maar ik gaf er niet aan toe. Ik bracht gewoon de kinderen naar school en sloeg geen etentje, bruiloft of kraamfeest over. Na alle behandelingen besefte ik pas dat ik het zelf was die kanker had. Toen pas begon ik aan de emotionele verwerking.’
Saida was altijd al actief in haar buurt. ‘Na de borstkanker wil ik nog meer betekenen voor de maatschappij en mijn medemens. Ook wil ik geen leuke dingen meer uitstellen, ik moet nú genieten van mijn familie en vrienden. Het kan zomaar over zijn.’

Trots
Voor Saida voelde het bijzonder dat juist zij werd beproefd. ‘Van mijn hele familie en vriendenkring koos Allah mij om dit te doorstaan. Misschien wel omdat ik sterk ben. Ik mocht dit allemaal meemaken om bewuster te gaan leven. Mijn geloof in Allah is intiemer geworden. Voorheen was ik tijdens het gebed in mijn hoofd vaak met andere dingen bezig. Toen ik ziek was, had ik het gevoel dat ik echt gehoord werd, dat Allah voor me zorgde. Het geloof leidde me naar het goede. Nu kom ik helemaal tot rust in het gebed.’
Saida helpt lotgenoten in het ziekenhuis waar ze werkt. ‘Als een Arabische vrouw de diagnose borstkanker krijgt, geef ik voorlichting en ga ik mee naar de artsen. Via Facebook ondersteun ik Marokkaanse vrouwen met borstkanker. Ik help ze met mijn ervaring en zeg dat ze zich moeten laten leiden en beschermen door Allah. Dan verandert het slechte uiteindelijk altijd in iets goeds.’

Motto van Saida: Luister naar je gevoel en volg je geloof.
Raad van Saida
: Blijf positief en geef niet op.
Ritueel van Saida
: Door actief te blijven en te lopen, kreeg ik energie en liep ik de chemo uit mijn lijf.