Esthers column: Vakantiegevoel

Heerlijk! Een paar dagen zonder kinderen naar Sevilla in het zonnige Andalusië. Op Schiphol moeten we door de nieuwe futuristische security check. Aan een vriendelijke ronde balie leggen we onze rugzakjes in een witte plastic bak.
Als criminelen ondergaan we vervolgens een securityscan. Ik moet in een half open apparaat gaan staan met mijn armen omhoog en mijn schoenen op twee gele voetstappen. Met geavanceerde scanapparatuur bekijkt dit apparaat of ik wellicht op het oppervlak van mijn lichaam iets illegaals heb verstopt. Het geeft me een veilig gevoel dat er zo goed gecontroleerd wordt.

Ik mag uit de scan stappen en een norse vrouwelijke beveiliger zegt dat ze me gaat fouilleren. Ik moet mijn armen spreiden en ze grijpt me vol in beide borsten. Dat wil zeggen: aan de ene kant in een borst en aan de andere kant in een prothese. De beveiliger blijft uitvoerig mijn prothese betasten en kijkt me daarbij doordringend aan. ‘Wat heeft u daar? Waarom voelt deze kant anders?!’ O help, ze denkt misschien dat ik een pondje cocaïne of een kneedbom in mijn nepborst heb verstopt. Ik stamel onmiddellijk dat ik borstkanker heb gehad en dat ik een prothese draag. De beveiliger geeft geen krimp, ik zie geen enkele emotie op haar gezicht. Het lijkt wel of iedereen om me heen naar me kijkt. Nee, niet nu een opvlieger! De warmte stijgt naar mijn hoofd en ik voel dat ik knalrood word. De beveiliger drukt en knijpt nog wat in mijn prothese: ‘Doet dit pijn?’ Nee duhuh, denk ik, maar ik zeg netjes: ‘Nee hoor’.

Als ik door mag lopen, ben ik enigszins onthutst en mijn vakantiegevoel is helemaal weg. Ik ging als reiziger de securityscan in en kwam er als ex-borstkankerpatiënt uit.