Een kleine echo in pyjama

woensdag 21 oktober 2020

De Kinderboekenweek 2020 is net achter de rug. Met weemoed denk ik dan altijd terug aan al die prachtige kinderboeken die ik voorlas aan mijn inmiddels studerende tweelingdochters Swaan en Luna. Ze mochten elke avond allebei een boek uitzoeken, dat ik voorlas op hun eigen bed in hun eigen kamer. Ik zat dan altijd lekker in het midden tussen de twee liefste meisjes van de wereld.

Laatst vroeg ik of ze zich daarvan nog veel konden herinneren. Swaan antwoordde: ‘Vooral van de boeken die papa voorlas zoals De Kleine Kapitein van Paul Biegel en De bende van rode Zora van Kurt Held. Sorry mam, maar papa las niet zo vaak voor, dus dat was bijzonder.’ Luna zei: ‘Ik vond vooral de boeken van Joke van Leeuwen mooi zoals Kweenie die uit het verhaal viel, of dat boek van Bas Haring over de evolutietheorie uitgelegd voor kinderen: Kaas en de evolutietheorie.’ Grappig hoe goed deze boeken nog steeds bij Luna passen. Swaan kon niet wachten totdat zij zelf kon lezen. Vaak herhaalde ze met een minimale vertraging alle zinnen die ik voorlas. Een kleine echo in pyjama.

Toen ik haar – net als al haar klasgenoten - in 2012 interviewde voor het afscheidsboek van de basisschool vertelde ze: ‘Het belangrijkste dat ik geleerd heb op school is lezen. Het lijkt me verschrikkelijk als je dat niet kunt. In groep 6 won ik op school de voorleeswedstrijd. Ik was blij dat Luna die dag ziek was, anders had zij misschien wel gewonnen.’