Ervaren reizigers
maandag 14 juni 2021
Ik interview twee broers over het duurzaamheidsbeleid van hun familiebedrijf en ze vertellen me dat ze zuinigheid van huis uit hebben meegekregen. Theezakjes gebruik je meerdere keren en de kaaskorst snijd je niet te ruim af. We lachen om die heerlijk Hollandse zuinigheid, en ik herinner me hoe ik ooit zelf dertig cent dacht te kunnen bezuinigen.
Voor de vierde keer komen mijn vriend en ik aan op het vliegveld van New Delhi. De benauwde hitte voelt als thuiskomen. We zijn verliefd op dit land, op de gekte, de chaos. Jammer dat we niet meer zo onbevangen zijn en weten wat er komen gaat.
We zijn voorbereid op de Indiërs, die ons eindeloos aanstaren. Riksjawallahs zullen ons niet met rust laten. Leprozen en heilige mannen zitten nog steeds te bedelen bij hindoetempels. Kinderen schreeuwen om balpennen en ‘your country coins’. We weten hoe moessonbuien je kunnen overvallen. We herkennen de Indiase goden, hun attributen en rijdieren. We zullen masala dosa, thali of bel puri eten en last krijgen van ‘Delhi-belly’. We ruiken de geur van bidi’s en wierook, zien de kleuren van bloemen en sari’s. En toch verrast India iedere keer opnieuw.
Na anderhalf uur zijn we door de paspoortcontrole. We wachten op onze rugzakken bij de bagageband en halen vast wat Indiase rupees. Buiten belanden we in een zwerm riksjawallahs en taxichauffeurs, die ons allemaal voor een belachelijke prijs naar het centrum van New Delhi willen brengen. Maar wij zijn ervaren reizigers en laten ons niet afzetten. We reizen low-budget en hebben alle tijd. Twee maanden om precies te zijn. Bovendien zie en ervaar je meer als je de lokale bus neemt.
We kunnen kiezen uit twee gare bussen, de blauwe kost vijftien rupees. De chauffeur geeft telkens een peut gas, waardoor de bus dreigt te gaan rijden. Maar dat zegt natuurlijk niks, weten wij uit ervaring. De gele bus kost tien rupees en maakt nog geen aanstalten om te vertrekken. We gaan in de gele bus zitten. Dat scheelt toch maar mooi vijf rupees, zeker dertig cent. Onze rugzakken worden op het dak vastgebonden. We houden goed in de gaten of ze niet gejat worden, wij zijn immers ervaren reizigers.
De blauwe bus vertrekt na een half uur. Wij hebben ons inmiddels overgegeven aan de plakkende hitte en de zware lucht van uitlaatgassen. Na anderhalf uur wachten vragen we de buschauffeur of we bijna gaan. Hij wiebelt zijn hoofd heen en weer. Het lijkt op nee schudden, maar daar bedoelen ze hier misschien ja mee. Dat weten wij, want wij zijn ervaren reizigers.
Eindelijk, na twee uur vertrekken we. Ik geef de jongen die langsloopt om buskaartjes te verkopen een twintig rupee-biljet. Hij schudt zijn hoofd. Deze keer betekent het duidelijk nee: we moeten allebei nog vijf rupees extra betalen voor onze bagage.