Guichelheil

maandag 5 september 2022

Veel van de ‘groene’ artikelen die mijn mailbox binnenstroomden voor een KIDDO-themanummer over natuur en buiten spelen, brachten me terug naar mijn heerlijk onbezorgde kindertijd in Noord-Brabant en Zeeuws-Vlaanderen. Wat deed ik zelf als kind in de natuur? Ik herinner me dat mijn broers, zus en ik met mijn vader bramen plukten. Emmers vol. Mijn moeder maakte er heerlijke jam van.
We plukten ook ooit aardbeien bij een boer in Erp. Het was ons allereerste baantje: een gulden per kistje. Mijn jongste broer was denk ik 4 jaar en snapte het concept ‘geld verdienen’ nog niet: hij at alle aardbeien die hij plukte lekker op.
Mijn zusje en ik maakten vaak een parcours door de tuin van oude kussens en matrassen, krukjes, stoelen en balken. Het werd een soort hindernisbaan annex lange mat. Evenwichtsoefeningen, bokspringen, koprol en radslag wisselden elkaar in rap tempo af. Soms gingen we op zondagochtend met een aantal vaders en kinderen naar een echte trimbaan bij de Bedafse Bergen in Uden.

Maar de meeste tijd besteedde ik buiten in de natuur aan onkruid. Met mijn botaniseertrommel trok ik eropuit om allerlei planten en bloemen te vinden. Ik herinner me namen als zuring, herderstasje, wikke en weegbree. Maar de allermooiste naam vond ik guichelheil. Zo’n bijzonder woord met een ‘g’, een ‘ch’ en twee verschillende dubbelklanken!
Ik had een schattig klein rood bloemetje langs de kant van de weg gevonden en in mijn botaniseertrommel gestopt. Het was dus guichelheil, nummer 465 uit de Nieuwe flora in kleur. Thuis legde ik het bloemetje tussen twee tissues in mijn bloemenpers, die mijn oudste broer ooit gemaakt had voor mijn verjaardag. Ik plakte het gedroogde bloemetje uiteindelijk in mijn herbarium, een groot groen schrift waarin ik al mijn vondsten bewaarde. Helaas heeft mijn herbarium het niet overleefd, maar de botaniseertrommel, mijn bloemenpers en de Nieuwe flora in kleur heb ik door het maken van deze KIDDO weer eens van zolder gehaald.

En nu heb ik zin om buiten te spelen.