Ik was bang dat ik hem zou vergeten

Jane (44) over haar vader die bijna 25 jaar geleden stierf aan darmkanker:

“Na het overlijden van mijn vader huilde ik elke dag. Toen ik na een jaar soms een dag niet huilde, voelde ik me schuldig. Vond ik het dan niet erg meer dat hij er niet was? Ik was bang dat ik zou vergeten hoe zijn stem klonk en hoe hij eruit zag. Maar ik kan me nu nog precies zijn vingernagels voor de geest halen. Mijn vaders dood heeft rusteloosheid met zich meegebracht: ik wist jarenlang niet wat ik wilde met mijn leven en wat ik echt belangrijk vond. Na twee jaar ben ik op reis gegaan naar Australië en Indonesië. Ik hoopte mijn zorgen over mijn toekomst te kunnen ontlopen, maar besefte al snel dat reizen niks oplost. Op mijn low-budget hotelkamer bleef ik tobben over wat ik wilde doen als ik terugkwam.Om te voorkomen dat ik opnieuw zou vluchten in een verre reis nam ik een hond. Dat hielp me in Nederland mijn leven op te bouwen. Hij bood structuur, was iets waarvoor ik kon zorgen. Nu kon ik niet zomaar weer alles achter me laten. Ondertussen raakte ik van de kleinste dingen van slag. Nare berichten in de krant. De herinneringen voelden dan weer even heel vers aan. De klik die ik met mijn man had toen ik hem voor het eerst ontmoette, was enorm. Had ik eerder zo’n onrust gevoeld, nu gaf ik me over aan de vastigheid. We gingen samenwonen, kregen kinderen. Ik wou dat ik 25 jaar geleden had geweten dat ik me weer rustig en gelukkig zou kunnen voelen, nu met mijn eigen gezin. Het gat dat mijn vader achterliet in onze familie blijft bestaan. We hebben mijn zoon Jan naar hem vernoemd. Ik was bang dat ik elke keer als ik zijn naam zou noemen verdrietig zou worden, maar dat is niet zo. Jan is nu negen en draagt zijn naam met trots, ook al heeft hij mijn vader nooit gekend. Opa Jan zit toch in zijn hoofd.”