Interview met Manuela Kemp

Ik sta net voor de knalblauwe voordeur van haar huis in Amstelveen, wanneer Manuëla Kemp komt aanrijden op een scooter. Rafelige minirok, glimmende goudkleurige panty, stoere legerjas. Ook in het echt, zonder make-up een mooie vrouw. We hebben maximaal anderhalf uur de tijd voor interview en foto’s. Daarna vertrekt ze naar Rotterdam waar ze met de 15-koppige meidenband ‘Girls wanna have fun’ zal optreden in het Oude Luxor Theater.

Haar huis is een explosie van felle kleuren. Plastic bloemen in regenlaarzen, gekleurde afwasborstels aan de keukenlamp, tientallen gekleurde kussens in de bank: een vrolijk, creatief artiestenhonk. Terwijl ze snel een kop thee zet vraagt Manuëla: “Vind je het erg wanneer ik me opmaak tijdens het interview?”

Is openbaar vervoer belangrijk voor jou?

“Zeker! Ik heb geen auto en geen rijbewijs. Dat komt doordat ik afgekeurd ben vanwege een afwijking aan mijn ogen. Het is iets ingewikkelds met staafjes en kegeltjes, waardoor ik afstanden niet goed kan inschatten. Daarbij heb ik ook nog een ernstige vorm van nachtblindheid. In het donker zie ik echt helemaal niks. Ik rijd overdag wel scooter, maar maak ook veel gebruik van het openbaar vervoer. Ik denk dat ik bijna dagelijks in een tram, bus of trein zit. Straks ga ik bijvoorbeeld met de tram naar Amsterdam. We verzamelen op het Stadionplein en gaan dan met onze tourbus naar Rotterdam. Als we ’s nachts terugkomen delen we een taxi. Dan ga ik echt niet meer met al mijn spullen het openbaar vervoer in. Ik reis niet zo heel vaak met Connexxion. Vroeger ging ik wel met de bus naar school, maar tegenwoordig reis ik meer met de tram en de trein.”

Wat doe je als je met het openbaar vervoer reist?

“Heerlijk ontspannen lezen. Daar kom ik thuis niet aan toe. Ik ga meestal inde stiltecoupé zitten, want ik heb een bloedhekel aan bellende mensen. Al die privé-gesprekken die je noodgedwongen moet aanhoren... Wanneer mensen in de stiltecoupé durven te bellen, stuur ik ze gewoon weg. Ik heb trouwens ook een hekel aan asociaal gedrag: benen op de bank, keihard praten of dronken zijn.Vooral rondom Schiphol kom je veel dronkelappen tegen. Die mensen moeten indrinken omdat ze op reis gaan of uitdrinken omdat ze weer thuis komen. In de trein reis ik meestal eerste klas. Het liefst zit ik in zo’n ouderwets 6-persoons compartiment. Soms word ik wel eens aangesproken, maar dat vind ik nooit erg. Tenzij ik in de stiltecoupé zit natuurlijk. In de bus zoek ik altijd een plekje vooraan. Achterin wordt het vaak een rommeltje. Dat weet ik nog wel van vroeger: je ging achterin zitten om te keten.”

Maak je gebruik van de OV-chipkaart?

“Ik heb een anonieme OV-chipkaart en dat bevalt me prima. Ik heb geen zin om al mijn gegevens weer op te geven. Via je bonuskaart kunnen ze tegenwoordig al uitpluizen hoe jouw leven eruit ziet. Daar hou ik gewoon niet van. De controle van de overheid wordt steeds groter en het recht op privacy steeds kleiner. Alles wat anoniem kan, doe ik daarom anoniem. Dat betekent dat ik mijn OV-chipkaart iedere keer moet opladen, dat kan niet automatisch met een anonieme kaart. Ik ben in het begin één keer vergeten uit te checken. Daarna nooit meer. Ik houd de kaart altijd bij de hand en er wordt ook nog vaak omgeroepen dat je moet uitchecken.”

Plan jij je reizen van te voren?

“Doordat ik optredens heb in het hele land, reis ik iedere keer weer op een ander traject. Voordat ik thuis wegga, plan ik mijn reis via www.9292ov.nl. Als ik onderweg ben, bel ik met 0900-9292 om mijn reis te plannen. Ik ga zelden naar de website van bijvoorbeeld Connexxion of de NS, want op die websites heb je niet al het openbaar vervoer bij elkaar. Wat ik niet begrijp, is dat we in Nederland zo opvallend veel vertraging hebben in het openbaar vervoer. Ik heb anderhalf jaar lang op een neer gereisd naar Den Haag. Om er zeker van te zijn dat ik daar op tijd zou aankomen, nam ik drie uur de tijd voor die reis! In het buitenland is het veel beter geregeld. De treinen rijden stipt op tijd. Je weet precies waar je moet gaan staan op het perron, want je hebt allemaal een eigen stoelnummer in een specifieke wagon. Daardoor staat ook niemand te dringen.”

Wat was jouw hoogte- en dieptepunt van 2009?

“Oh, dat is heel makkelijk. Het dieptepunt was dat Arrow Classic Rock failliet ging. Ik presenteerde anderhalf jaar lang vijf dagen in de week het radioprogramma ‘Rock Temple’. Ik was niet op de hoogte van de problemen en voelde me echt belazerd. Ik moet nog steeds geld van ze krijgen. Nee, dat is niet netjes gegaan. Ik heb er een rotgevoel aan overgehouden. Omdat ik het hele jaar op werkdagen naar Den Haag zou gaan, had ik een heleboel andere klussen laten schieten. Tja, en in mijn vak kun je niet halverwege het seizoen in projecten instappen. De rest van het jaar bleef dus vrij leeg voor mij. Het hoogtepunt van 2009 was mijn bruiloft op 12 september. We waren een week met onze beste vrienden in Griekenland en halverwege die week zijn we getrouwd. Ik vind het een bijzonder gevoel om echt bij iemand te horen. Ik wilde eigenlijk altijd al trouwen. Voorlopig wonen we allebei nog in ons eigen huis. Dat houdt het spannend!”

Wat hoop je voor 2010?

“Ik hoop dat ik getrouwd blijf, maar dat zal wel lukken. Ik ben nu nog bezig met de laatste concerten van de theatertournee met ‘Girls wanna have fun’. Ook ben ik een boek aan het schrijven over Nederlandse vrouwen in de popmuziek. Erg leuk om te doen. Verder hoop ik dat het in 2010 weer wat aantrekt qua werk. Wat mij betreft mag het wel over zijn met die crisis.”

Tijdens het interview heeft Manuëla zich geroutineerd opgemaakt. Ze sprint nog even naar boven voor wat vet in haar blonde haar. Op naar de bushalte voor een foto.

Ik wilde ook wel eens elfje of prinses zijn

Manuëla Kemp werd geboren in 1963. Als kind was ze zich er al van bewust dat ze een andere stem had dan de meeste meisjes. Ze was niet blij met haar hese stemgeluid. “Als we een toneelstuk deden wilde ik ook wel eens een elfje of een prinses zijn. Maar dan kreeg ik weer een baard en moest ik de troubadour spelen.”

In de puberteit zette ze zich af tegen de klassieke muziek van haar ouders en ontdekte ze de popmuziek. “Ik heb jarenlang niet naar klassieke muziek geluisterd. Pas de laatste jaren doe ik dat weer, maar de popmuziek domineert nog steeds hoor.” Toen ze op de middelbare school zat, begon ze als zangeres ineen schoolband. Ze studeerde een blauwe maandag Nederlands en zat een paar jaar op Nimeto, een opleiding voor etaleren en decoreren. “Soms nam ik zangles, maar ik leerde ook zangtechnieken aan door veel naar muziek te luisteren. Ik ben van nature een behoorlijke papegaai: ik deed alles gewoon na.” Op haar negentiende verdiende ze voor het eerst geld met de muziek, met de meidengroep ‘The Revellettes’. Ze presenteerde verschillende muziekprogramma’s op televisie,waaronder ‘Maan bij nacht’ en ‘Vrienden van de Amstel’. Tot afgelopen voorjaar presenteerde ze op werkdagen het radioprogramma ‘Rock Temple’ bij Arrow ClassicRock. “Ik ben zowel presentatrice als zangeres en doe het liefst een combinatie van die twee dingen. Op het moment heeft het zingen weer de overhand: ik zit in vijf verschillende bands.”