Luisteren naar Khaled

Luisteren is voor mij: goed horen wat iemand zegt en niet praten, want dan luister je niet! Bij de Kindertelefoon denk ik: het is goed om je probleem te delen dan kan iemand je helpen. Want alleen kun je bijna niks.

“Soms word ik gepest. Ik praat daarover met mijn vrienden. Die zeggen dan tegen de pestkoppen: ‘Als jullie niet stoppen, gaan we naar de juf.’ Ik vertel het ook aan papa en mama en dan voel ik me een klein stukje beter en minder boos.
Als ik moe uit school kom en ik ben het allemaal zat, dan praat ik zachtjes met mezelf op de bank. ‘Mezelf’ luistert heel goed naar mij, want die kletst er niet doorheen!
Over sommige dingen praat ik nooit. Bijvoorbeeld over mijn opa die dood is. Hij had kanker. Ik wil er niet over praten want dan moet mama huilen. Ik praat wel over de oorlog in Syrië. Kinderen in de klas vragen waarom het oorlog is en wat er allemaal gebeurd is. Ik vind het niet fijn om dat te vertellen en word er verdrietig van. Ik moest al mijn vrienden in Syrië achterlaten en weet niet waar ze nu zijn. Met papa en mama hoef ik niet te praten over de oorlog, want die weten dat allemaal al.
Ik vind het goed dat de Kindertelefoon bestaat. Er is politie voor oude mensen, maar niet speciaal voor kleine kinderen. Gelukkig kun je wel de Kindertelefoon bellen.”