Medicijn op maat is de oplossing

Steeds meer onderzoekers richten zich op het ontwikkelen van behandelingen van tumoren op DNA-niveau, in plaats van op generieke kankersoort. Dit zou er in de toekomst toe kunnen leiden dat een groot deel van de kankergevallen net zo goed behandeld kan worden als andere chronische ziekten. Maar is behandeling op maat inderdaad dé oplossing voor het terugdringen van het aantal sterfgevallen aan kanker?

René Medema (voorzitter raad van bestuur Antoni van Leeuwenhoek)
“Behandeling op maat zal inderdaad een zeer belangrijke factor worden bij het terugdringen van het aantal sterfgevallen. Voor een paar groepen kankerpatiënten weten we inmiddels hoe die behandeling op maat eruit moet zien. De specifieke medicijnen die zij krijgen, leiden tot langere overleving.
Behandeling op maat wil ik overigens niet beperken tot het toedienen van het juiste medicijn bij de juiste patiënt; kanker vergt een combinatie van behandelingen. Ook radiotherapie en chirurgie zullen nodig blijven bij de bestrijding van kanker. En ook op die gebieden worden continu verbeteringen ontwikkeld.
Door wetenschappelijk onderzoek zullen we in de komende jaren medicijnen op maat verder ontwikkelen en aan steeds meer patiënten aanbieden. Uiteindelijk zullen we voor elke kankerpatiënt in plaats van de klassieke generieke medicijnen effectievere medicijnen op maat hebben. Daardoor neemt de kankersterfte af en wordt kanker grotendeels een chronische ziekte.”

Lilian Lechner (hoogleraar Gezondheidspsychologie van de Open Universiteit)
“Het is prachtig als we kanker via DNA-onderzoek beter kunnen behandelen, maar het is niet het complete verhaal. Er is namelijk nog heel veel winst te halen als we ons meer zouden richten op preventie van leefstijlen die gerelateerd zijn aan het krijgen van kanker. Roken is het meest duidelijke voorbeeld; door mensen te helpen met stoppen, voorkom je veel kankergevallen. Maar denk ook aan gezonde voeding, voldoende bewegen en veilig zonnen. De kosten van goede preventieve maatregelen en interventies zullen aanzienlijk beperkter zijn dan de kosten van behandeling van kanker. Alles wat je kunt doen om te voorkomen dat mensen die behandeling moeten ondergaan is dus winst. Het is echter niet óf preventie óf curatie, maar eerder én preventie én curatie. Op beide fronten zullen we ons moeten inzetten om kanker zo optimaal mogelijk te bestrijden.”

Jan van Bodegom (chirurg, algemeen directeur van het Alexander Monro Ziekenhuis)
“Behandeling op maat gaat het aantal sterfgevallen aan kanker zeker terugdringen. Maar ik denk dat er meer factoren van belang zijn. Er is niet alleen tumorspecifieke, genetische kennis nodig, maar ook orgaanspecifieke en mensspecifieke kennis. Doordat mensen steeds ouder worden, komen er ook steeds meer oudere kankerpatiënten. Maar kankerpatiënten boven de 70 jaar hebben tot nu toe nauwelijks meegedaan aan wetenschappelijk onderzoek. Er moet dus nog veel onderzoek komen naar de invloed van leeftijd op tumoreigenschappen en behandelingen. Ook vind ik het belangrijk om kankerzorg te specialiseren en centraliseren. Er zijn zoveel verschillende soorten van bijvoorbeeld borstkanker, dat je minstens duizend nieuwe patiënten per jaar moet zien om voldoende orgaanspecifieke kennis te verkrijgen en goed te kunnen behandelen. Ik ben ervan overtuigd dat een gespecialiseerd ziekenhuis ook een bijdrage kan leveren aan het terugdringen van de sterfte door kanker. Dat zal ons borstkankerziekenhuis de komende jaren bewijzen.”

Esther Troost (radiotherapeut-oncoloog MAASTRO clinic)
“Ik denk niet dat alleen een medicijn op maat de oplossing wordt voor alle soorten kanker bij alle kankerpatiënten. Uitgaande van verschillende organen reageren tumoren ook nu al anders op eenzelfde geneesmiddel. De vraag is dus of eenzelfde genetisch profiel bij veel kankerpatiënten van invloed zal zijn op het effect van het medicijn. De locatie van de tumor in het lichaam speelt ook een grote rol. In het ene geval is bijvoorbeeld chirurgie of radiotherapie mogelijk, in het andere geval alleen chemotherapie. Terwijl de tumoren misschien wel eenzelfde DNA-profiel hebben.
Binnen de radiotherapie vinden ook enorme ontwikkelingen plaats die de kankersterfte doen afnemen. Door betere bestralingstechnieken is een agressievere primaire behandeling mogelijk met minder bijwerkingen dan in het verleden. Door deze zwaardere, maar nauwkeuriger gerichte dosis, stijgen de overlevingskansen van kankerpatiënten. En ook bij de behandeling van patiënten met slechts enkele uitzaaiingen kunnen we met agressief bestralen veel winst behalen. De ziekte vertoont dan minder progressie en dus wordt kanker ook hierdoor meer een chronische ziekte.”