Van vader op dochter

Uit erfelijkheidsonderzoek bleek dat Aad van der Veldt (62) niet belast was met de BRCA1- of BRCA2-genmutatie. Toch kreeg zijn oudste dochter twee jaar nadat hij zelf ziek was geweest ook borstkanker. ‘We slikken nu allebei Tamoxifen, dat schept een band.’

Zijn grootmoeder kreeg ruim zestig jaar geleden borstkanker. Toch ging er geen belletje rinkelen toen Aad in 2010 pijn kreeg bij zijn linkertepel. ‘Als mijn vrouw niet zo had aangedrongen was ik waarschijnlijk niet eens naar de huisarts gegaan. Ik wist wel dat mannen borstkanker kunnen krijgen, maar het kwam niet in me op dat ik het zelf zou kunnen hebben.’

Alle ellende opnieuw

De artsen in het ziekenhuis adviseerden Aad om erfelijkheidsonderzoek te laten doen. ‘Voor mij persoonlijk was het niet zo belangrijk; ik had al borstkanker. Maar onze twee dochters wilden natuurlijk heel graag weten of ik erfelijk belast was. Toen bleek dat ik de BRCA1- of BRCA2-genmutatie niet had, hebben we dat met onze dochters gevierd met een etentje.’
Aad pakte na de behandelingen zijn werk bij de politie weer op, maar toen alles net weer een beetje normaal was, kreeg oudste dochter Joyce (36) de diagnose borstkanker. ‘Alle ellende begon weer opnieuw,’ vertelt Aad. ‘Ik had het liever zelf nog een keer meegemaakt dan dat mijn dochter er nu doorheen moest.’

Derde genmutatie

De behandelend artsen waren van mening dat er waarschijnlijk toch sprake was van erfelijkheid. Aad maakte daarom opnieuw een afspraak met de geneticus. ‘Tot mijn verbazing kreeg ik toen te horen dat er twee jaar geleden bij mij een Chek2-genmutatie was gevonden. Omdat nog onvoldoende onderzocht is welke invloed deze genmutatie precies heeft op het ontstaan van borstkanker, was de uitslag niet meegedeeld. Joyce was hier natuurlijk erg boos over. Als we het wel geweten hadden, hadden mijn dochters zich toen al kunnen laten testen. Joyce bleek de chek2-mutatie ook te hebben, mijn andere dochter niet.’

Lotgenoten

‘Ik praatte met mijn dochter over de behandelingen. Dat is natuurlijk toch makkelijker wanneer je het zelf hebt meegemaakt. Ik denk dat het voor haar prettig was om mij als ervaringsdeskundige te hebben. We herkennen veel van elkaars bijwerkingen, ook nu nog met de hormoontherapie.
Ik heb me nooit schuldig gevoeld dat ik de genmutatie aan Joyce heb doorgegeven. Ik kan er niks aan doen! Ik heb het ook weer van mijn moeder gekregen, maar dat neem ik haar natuurlijk ook niet kwalijk. Dit soort dingen gebeuren nou eenmaal, hoe vervelend ook.
Voor mezelf is borstkanker inmiddels een afgesloten hoofdstuk. Ik maak me geen zorgen over de toekomst. Mijn vrouw en ik zijn eerder gestopt met werken en genieten nu volop van het leven; het kan maar zo over zijn.’