Vishanger, sterwater en zeezebra
Voor je ligt het KIDDO-themanummer over taal, met onder  andere artikelen over meertaligheid, het belang van voorlezen en zingen, de  taal van aanraking, het voorkomen van laaggeletterdheid, communiceren met  gebaren en taalstimulering. 
Als pedagogisch medewerker kun je veel betekenen in de  taalontwikkeling van baby’s, peuters, kleuters, schoolgaande kinderen en hun  ouders. Dat gaat niet alleen over boekjes voorlezen of liedjes zingen; het begint  al met het benoemen van wat je ziet en doet tijdens de verzorging op de commode.  Maar je kunt ook een belangrijke rol spelen door kinderen in hun rollenspel uit  te dagen tot meer taalgebruik, door woorden te geven aan hun gevoelens of door kinderen te leren hun  niet-herkende kennis in te zetten.
Bij het artikel over klankbewustzijn moest ik denken aan hoe  ik als kind met mijn oudste broer over de bank rolde van het lachen toen we het  woord stopcontact uitspraken met maar één klinker: ‘stapcantact, stepcentect,  stipcintict, stopcontoct, stupcuntuct’.
In de taallesjes die ik aan vluchtelingenkinderen geef, kom  ik soms nog veel mooiere nieuwe woorden tegen, die prima in onze taal zouden  kunnen passen. Ik heb bewondering voor hun creativiteit! Zo verzon een Syrisch  jongetje (6 jaar) tijdens het benoemen van allerlei voorwerpen op kaartjes het  woord ‘vishanger’.
Met een Egyptisch meisje (4 jaar) speelde ik Memory. Ik had  een extra regel voor haar bedacht: ze mocht twee dezelfde kaartjes alleen  houden als ze ook kon benoemen wat er op de kaartjes stond. Ze verzon het  prachtige woord ‘sterwater’.
Onlangs ben ik begonnen als vrijwilliger Taalvisite  bij de plaatselijke bibliotheek. Eens per week bezoek ik een gezin uit Eritrea.  Ik lees de twee jongste kinderen voor en doe spelletjes met hen waarbij ik  zoveel mogelijk taal probeer uit te lokken. Laatst speelden we Memory,  uiteraard mét mijn extra regel. De twee broertjes waren bloedfanatiek. Het oudste  jongetje (11 jaar) draaide twee dezelfde kaartjes om met een zeepaardje. Ik zag  hem zoeken naar het juiste woord. Hij keek nog een keer goed, zag een soort  strepen op het zeepaardje en vroeg toen: ‘Is het een zeezebra?!’ Ik rekende het  goed.


